Goede Vrijdag 18 april 2025
Goede Vrijdag 18 april 2025
Orde van de dienst van Goede Vrijdag, Catharinakerk, aanvang 19.30 uur ouderling van dienst Ellen Leijnse diaken van dienst Mieke Oreel kerkrentmeester Wim Duvekot organist Hans Neels voorganger ds. Maria Baan koster Rianne Vos beeldpresentatie Ciska Dijkers en Bram Bliek Met medewerking van het Willebrord Ensemble onder leiding van Ad Stroo StilteDrempelgebedZingen – LB 942: 1, 2 en 3 Gebed Bij de schikking Het lijden van onze Heer Jezus Christus in Woord en beeld (De afbeeldingen zijn van Ruud Bartlema) (De tekst is gebaseerd op het evangelie naar Matteüs 27) Verteller: De volgende ochtend vroeg namen alle hogepriesters met de oudsten van het volk het besluit Jezus ter dood te brengen. Nadat ze hem geboeid hadden, leidden ze hem weg en leverden hem over aan Pilatus, de prefect. Toen Judas, die hem had uitgeleverd, zag dat Jezus ter dood veroordeeld was, kreeg hij berouw. Hij bracht de dertig zilverstukken naar de hogepriesters en oudsten terug en zei: Judas: ‘Ik heb een zonde begaan door een onschuldige uit te leveren.’ Hogepriester: ‘Wat gaat ons dat aan? Zie dat zelf maar op te lossen!’ Verteller: Toen smeet hij de zilverstukken de tempel in, vluchtte weg en verhing zich. De hogepriesters verzamelden de zilverstukken en zeiden tegen elkaar: Hogepriester: ‘We mogen ze niet bij de tempelschat voegen, aangezien het bloedgeld is.’ Verteller: Na ampel beraad kochten ze er de akker van de pottenbakker mee, die dan als begraafplaats voor vreemdelingen kon dienen. Daarom heet die akker tot op de dag van vandaag de Bloedakker. Zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeet Jeremia: ‘En ze verzamelden de dertig zilverstukken, het bedrag waarop hij geschat was en dat ze hadden bepaald met de zonen van Israël, en ze betaalden er de akker van de pottenbakker mee, zoals de Heer mij had opgedragen.’ Toen Jezus voor de prefect stond, stelde deze hem de vraag: Pilatus: ‘Bent u de koning van de Joden?’ Jezus: ‘U zegt het.’ Verteller: Maar op de beschuldigingen die de hogepriesters en oudsten tegen hem inbrachten, antwoordde hij niet één keer. Daarop zei Pilatus tegen hem: Pilatus: ‘Hoort u niet wat deze getuigen allemaal tegen u inbrengen?’ Muziek: parce mihi domine, Bewaar mij Heer Christóbal de Morales, The Hilliard Ensemble, Jan Garbarek Vertaling: Bewaar mij Heer, want mijn dagen zijn een ademtocht. Wat is de mens, dat Gij hem zo groot acht en uw aandacht op hem vestigt, dat Gij elke morgen hem bezoekt, elk ogenblik hem beproeft. 1e Beeld: Macht voor ogen Meditatief moment Zingen: LB 558: 1, 6 en 7 (vet gedrukt zingt het W.E) Verteller: Jezus gaf op geen enkele beschuldiging enig weerwoord, wat de prefect zeer verwonderde. Nu had de prefect de gewoonte om op elk pesachfeest één gevangene vrij te laten, en die door het volk te laten kiezen. Er zat toen een beruchte gevangene vast, die Jezus Barabbas genoemd werd. En dus vroeg Pilatus hun, toen ze daar waren samengestroomd: Pilatus: ‘Wie wilt u dat ik vrijlaat, Jezus Barabbas of Jezus die de messias wordt genoemd?’ Verteller: Hij wist namelijk dat ze hem uit afgunst hadden uitgeleverd. Terwijl hij op de rechterstoel zat, werd hem een boodschap van zijn vrouw gebracht: Vrouw: ‘Laat je niet in met die rechtvaardige! Om hem heb ik namelijk vannacht in een droom veel moeten doorstaan.’ Verteller: Ondertussen haalden de hogepriesters en de oudsten het volk over: ze moesten om Barabbas vragen, en Jezus laten doden. Weer nam de prefect het woord en hij vroeg opnieuw: Pilatus: ‘Wie van de twee wilt u dat ik vrijlaat?’ ALLEN: ‘Barabbas!’ Pilatus: ‘Wat moet ik dan doen met Jezus die de Messias wordt genoemd?’ Allen: ‘Aan het kruis met hem!’ Pilatus: ‘Wat heeft hij dan misdaan?’ Allen : ‘Aan het kruis met hem!’ 2e Beeld: De waarheid voor ogen Meditatief moment Zingen: gezang 187:1 (LdK 1973) Daar gaat een lam en draagt de schuld der wereld met zich mede; het boet in eindeloos geduld voor al wat wij misdeden. Daar gaat het en het wordt zo moe, stil gaat het naar de slachtbank toe, 't vindt nergens meer een weide. Smaad neemt het op zich, hoon en spot, wonden en doodsangst zijn zijn lot en zegt: dit wil ik lijden. Verteller: Toen Pilatus inzag dat zijn tussenkomst nergens toe leidde, dat het er integendeel naar uitzag dat men in opstand zou komen, liet hij water brengen, waste ten overstaan van de menigte zijn handen en zei: Pilatus: ‘Ik ben onschuldig aan de dood van deze man. Zie het zelf maar op te lossen.’ En heel het volk antwoordde: Allen: ‘Laat zijn bloed óns dan maar worden aangerekend, en onze kinderen!’ Verteller: Daarop liet Pilatus Barabbas vrij, maar Jezus leverde hij uit om gekruisigd te worden, nadat hij hem eerst nog had laten geselen. 3e Beeld: Medeschuldig Meditatief moment Zingen: LB 576b: 1, 3 en 5 Verteller: De soldaten van de prefect namen Jezus mee naar het pretorium en verzamelden de hele cohort om hem heen. Ze kleedden hem uit en deden hem een scharlakenrode mantel om, ze vlochten een kroon van doorntakken en zetten die op zijn hoofd. Ze gaven hem een rietstok in zijn rechterhand en vielen voor hem op de knieën. Spottend zeiden ze: Soldaten: ´Gegroet, koning van de Joden,’ Verteller: en ze spuwden op hem, pakten hem de rietstok weer af en sloegen hem tegen het hoofd. Nadat ze hem zo hadden bespot, trokken ze hem de mantel uit, deden hem zijn kleren weer aan en leidden hem weg om hem te kruisigen. 4e Beeld: De willekeur Meditatief moment Willebrord Ensemble – LB 580: 1, 2, 3 en 4 Verteller: Bij het verlaten van het pretorium troffen ze een man uit Cyrene die Simon heette, en hem dwongen ze het kruis te dragen. Zo kwamen ze bij de plek die Golgota genoemd wordt, wat ‘schedelplaats’ betekent. Ze gaven Jezus met gal vermengde wijn, maar toen hij die geproefd had, weigerde hij ervan te drinken. Nadat ze hem gekruisigd hadden, verdeelden ze zijn kleren onder elkaar door erom te dobbelen, en ze bleven daar zitten om hem te bewaken. Boven zijn hoofd bevestigden ze de aanklacht, die luidde: ‘Dit is Jezus, de koning van de Joden’. Daarna werden er naast hem twee misdadigers gekruisigd, de een rechts van hem, de ander links. De voorbijgangers keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met hem: Voorbijganger: ‘Jij was toch de man die de tempel kon afbreken en in drie dagen weer opbouwen? Als je de Zoon van God bent, red jezelf dan maar en kom van dat kruis af!’ Verteller: Ook de hogepriesters, de schriftgeleerden en de oudsten maakten zulke spottende opmerkingen: Hogepriester: ‘Anderen heeft hij gered, maar zichzelf redden kan hij niet. Hij is toch koning van Israël, laat hij dan nu van het kruis afkomen, dan zullen we in hem geloven. Hij heeft zijn vertrouwen in God gesteld, laat die hem nu dan redden, als hij hem tenminste goedgezind is. Hij heeft immers gezegd: “Ik ben de Zoon van God.”’ Verteller: Precies zo beschimpten hem de misdadigers die samen met hem gekruisigd waren. Zingen: LB 577: 1, 2 en 3 5e Beeld: het lijden Meditatief moment Verteller: Rond het middaguur viel er duisternis over het hele land, die drie uur aanhield. Aan het einde daarvan, in het negende uur, gaf Jezus een schreeuw en riep luid: ‘Eli, Eli, lema sabachtani?’ Dat wil zeggen: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’ Toen de omstanders dat hoorden, zeiden enkelen van hen: Omstander: ‘Hij roept om Elia!’ Verteller: Meteen kwam er uit hun midden iemand toegesneld die een spons pakte en in zure wijn doopte. Hij stak de spons op een stok en probeerde hem te laten drinken. Omstander: ‘Niet doen, laten we eens kijken of Elia hem komt redden.’ Verteller: Nog eens schreeuwde Jezus het uit, toen gaf hij de geest. De Paaskaars wordt gedoofd, de tafel wordt leeggeruimd. Op dat moment scheurde in de tempel het voorhangsel van boven tot onder in tweeën, en de aarde beefde en de rotsen spleten. De graven werden geopend en de lichamen van veel gestorven heiligen werden tot leven gewekt; na Jezus’ opstanding kwamen ze uit de graven, gingen de heilige stad binnen en maakten zich bekend aan een groot aantal mensen. Toen de centurio en degenen die met hem Jezus bewaakten de aardbeving voelden en merkten wat er gebeurde, werden ze door een hevige angst overvallen en zeiden: ‘Hij was werkelijk Gods Zoon.’ Muziek: Kyrie Eleison, Maurice Duruflé 6e Beeld: De dood Meditatief moment Zingen: LB 590: 1, 2, 3, 4, en 5 Korte stilte Bloemenhulde aan het kruis Willebrord ensemble: Stabat Mater, Mariano Garau 1 Stabat Mater dolorosa De diepbedroefde Moeder Iuxta crucem lacrimosa Stond wenen bij het kruis Dum pendebat Filius Terwijl haar Zoon daar hing. 2 Cuius animam gementem Haar klagende ziel Contristatam et dolentem medelijdend en vol smart Pertransivit gladius werd als een zwaard doorstoken 3 O quam tristis et afflicta O, hoe bedroefd en aangedaan Fuit illa benedicta Was die gezegende Mater unigeniti! Moeder van de Enig-geborene! 4 Quae moerebat et dolebat Die rouwde en treurde Pia Mater, dum videbat de vrome Moeder, terwijl ze zag Nati poenas incliti De foltering van haar glorieuze Zoon 19a Christe, cum sit hinc exire, Christus, als het tijd is hier te vertrekken Da per Matrem me venire Laat mij door uw Moeder toekomen Ad Palman victoriae De zegepalm. 20 Quando corpus morietur, Als mijn lichaam sterft Fac, ut animae donetur Maak dat mijn ziel gegeven wordt Paradisi gloria. Amen. De glorie van het Paradijs! 7e Beeld: Hoop? Meditatief moment Willebrord Ensemble- Lux Aeterna, Cor de Jong
(we verlaten in stilte de kerk) | ||
terug | ||